De Labradoodle is een niet door het FCIi erkend hondenras. Het is een F1-kruising tussen de Labrador retriever en de Standard poedel. De hond is oorspronkelijk gefokt voor mensen die een allergie voor honden hebben, maar wel een geleidehond nodig hebben. Inmiddels bestaat het ras al een tijdje.
De Labradoodle kan allerlei verschillende kleuren hebben, als zilverkleurig, wit, rood, zwart, goudkleurig en bruin. Labradoodles kunnen zeer verschillende afmetingen hebben. Een volwassen dier is normaal tussen de 32 en de 66 centimeter hoog.
Vanaf jaren 70 heeft de Australische blindenorganisatie geëxperimenteerd met het kruisen van een Labrador en een Koningspoedel, ook wel Standard poedel genoemd. De resultaten waren niet zoals verwacht, al zaten er toen ook enkele honden bij die niet of nauwelijks verhaarden.
Pas in 1989, na een serieuze aanvraag van een vrouw die voor zichzelf een geleidehond nodig had, die geen allergische reactie bij haar man mocht uitlokken, herinnerde men zich het experiment en herhaalde Wally Conron, fokker van de Royal Victorian Guide Dogs (RVGD, de toenmalige Australische hulphondenorganisatie) het experiment. Hij wilde de trainbaarheid en de zachtaardigheid van de Labrador combineren met de niet verharende vacht van de Poedel. Uit het eerste nestje werden slechts drie pups geboren. Samples van de haren en speeksel van de pups werden door de aanvraagster en haar man getest. Slechts één pup bleek geschikt als geleidehond en allergievriendelijk te zijn. De pup moest natuurlijk opgevoed en goed gesocialiseerd worden en daartoe gebruikte men gastgezinnen. Op advertenties van RVGD dat er voor een aantal kruisingen een gastgezin gezocht werd, kwam geen respons. Ten einde raad werd er een hernieuwde oproep voor gastgezinnen gedaan. Wally Conron noemde de kruisingen nu Labradoodles. Nu werd de RVGD overstelpt met aanmeldingen. Zo is de Labradoodle aan zijn naam gekomen.
Dit succesverhaal werd breeduit in de Australisch pers vermeld. Opeens was de vraag naar Labradoodlepups niet meer te stuiten. Wally Conron heeft deze kruising nog één keer herhaald. De honden die niet ingezet konden worden als geleidehond werden ondergebracht bij een fokker met de naam Don Evans, die enkele generaties Labradoodles heeft gefokt.
De Australian Labradoodle
Omdat allerlei broodfokkers pups als labradoodles verkochten, begonnen twee serieuze Australische fokkers, Beverley Manners van Rutland Manor en haar dochter Angela Cunningham van Tegan Park, zich professioneel met de ontwikkeling van dit nieuwe ras te bemoeien. Beiden hebben het eerste fokmateriaal van Don Evans betrokken. Na een ontwikkeling van meer dan 20 jaar hebben zij door zorgvuldige selectie en zogenaamde 'infusions' (dit zijn gerichte inkruisingen vanuit andere rassen) een gezonde en een allergievriendelijke kruising met een bijzonder intuïtief karakter gefokt, die zij de Australische Labradoodle noemden. Er zijn nu drie grootten in de Australische labradoodle te onderscheiden: de Miniature, de Medium en de Standard. Om de pupkopers te verzekeren dat zij een kwalitatief goed gefokte hond kochten, heeft het Rutland Manor Breeding and Reseach Centre als eerste op de wereld het DNA-profiel ingevoerd. Wil je een originele Australian Labradoodle hebben, dan moeten beide ouderdieren dus over een DNA-profiel beschikken.
Omdat ook de naam Australian Labradoodle te pas en te onpas gebruikt werd heeft Rutland Manor de naam ASD Australian Labradoodle laten trademarken. Het prefix ASD staat voor Australian Service Dog, waarbij de de bijzondere hulpeigenschappen van de foklijnen van Rutland Manor en Tegan Park werd onderstreept.
We onderscheiden dus drie soorten Labradoodles: de Labradoodle (F1-kruisingen, F1 x F1 = F2 enz), Australian Labradoodles (waarin dus ook invloeden vanuit andere rassen zitten) en ASD Australian Labradoodles (zoals volgens plan gefokt door de co-founders). De eerste overkoepelende organisatie van Labradoodle-fokkers en eigenaren is de ALA, de Australian Labradoodle Association. Later hebben de Amerikaanse leden de ALAA, de Australian Labradoodle Association of America op gericht. Integere fokkers, die voornamelijk met fokmateriaal van Rutland Manor en/of Tegen Park fokken, hebben zich verenigd in de AALB, de Accredited Australian Labradoodle Breeders. Door volgens de strenge richtlijnen en gezond verstand te blijven fokken zorgt men ervoor dat het bijzondere en intuïtieve karakter en de allergievriendelijke eigenschappen van de Australian Labradoodle behouden blijven.
De Australian Labradoodle is een niet door het FCI erkend hondenras, maar hierbij moeten we wel het volgende bedenken: In de loop van de tijd hebben zich, door de onderlinge relatie tussen mens, hond, zijn omgeving en zijn levensomstandigheden, verschillende rassen ontwikkeld. De mens heeft geleerd de hond voor de meest uiteenlopende doeleinden te gebruiken, enerzijds door gericht te fokken en anderzijds door deze honden voor de specifieke taken te trainen. Alle hondenrassen zijn dus geconstrueerd. De ASD Australian Labradoodle is dus net zoals ieder ander rashond een geconstrueerd hondenras met hele specifieke eigenschappen.
Bron; www.wikipedia.nl